Content area
Full Text
Op 14 november 2014 zorgde de publicatie Nederlandse moslimjongeren en de Arabische Herfst voor de nodige ophef, niet alleen in de Nederlandse politiek en media, maar ook onder veel burgers met een Turkse achtergrond. Volgens deze FORUM/Motivaction-peiling zou een kleine 90% van de Turks-Nederlandse jongeren positief tegenover strijdgroepen zoals Islamitische Staat (hierna: IS) staan (FORUM Verkenning 2014). Bovendien zou slechts een minderheid van deze jongeren het geweld dat groepen als IS gebruiken als probleem zien. Minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zei nog dezelfde middag aan een journalist van nu.nl 'zeer verontrust' te zijn over de grote steun onder Turkse jongeren in Nederland voor gewelddadige jihadistische groeperingen als IS (Benschop 2012). Deze alarmerende geluiden van minister Asscher stonden echter niet op zichzelf, maar waren op dat moment het voorlopige sluitstuk van een discussie onder politici, academici en andere betrokkenen, waarin kenmerken van de Turkse gemeenschappen, zoals de sterke interne gerichtheid, geproblematiseerd werden in het licht van hun incorporatie in de Nederlandse samenleving en de mogelijke risico's op criminaliteit en radicalisering (Sevincer e.a. 2011; Huijnk & Dagevos 2012; Sunier & Landman 2014). In dit artikel gaan we op basis van de uitkomsten van twee recente kwalitatief ingerichte onderzoeksprojecten onder Nederlandse jongeren met een Turkse achtergrond in op twee vragen die met bovenstaande problematiek samenhangen (Staring e.a. 2014; Geelhoed & Staring 2015a). Ten eerste op de vraag hoe ontwikkelingen in de sociaaleconomische en in het bijzonder de sociaal-culturele positie van Turks-Nederlandse jongeren aan risico's op radicalisering zijn gerelateerd. In de tweede plaats zullen we de vraag beantwoorden hoe deze ontwikkelingen in de maatschappelijke positie zich verhouden tot de vermeende steun voor gewelddadige organisaties zoals IS onder jongeren met een Turkse achtergrond. Om antwoorden op beide vragen te kunnen formuleren, zal het concept radicalisering op basis van de literatuur geduid moeten worden naast het beschrijven van de factoren die bijdragen aan radicalisering. Allereerst zullen we echter een korte beschrijving van de gehanteerde onderzoeksmethoden presenteren.
Onderzoeksmethoden en onderzoeksgroep
Voor de eerste studie naar ontwikkelingen in de maatschappelijke positie van Turkse Nederlanders in relatie tot risico's op criminaliteit en radicalisering (Staring e.a. 2014) hebben we individuele gesprekken gevoerd met 73 Turks-Nederlandse jongeren van 18 tot 30 jaar en met 27 professionals die beroepsmatig met Turkse Nederlanders te maken...